05-06

Verhaal 5

Het park.

In het park staan veel oude bomen. Ze zijn heel groot. Het zijn eiken en beuken. Er wonen veel vogels in de bomen in het park. Ook zitten er twee eekhoorntjes. In het park staan bankjes. Daar kunnen de mensen zitten en samen praten.

Vragen:

Verhaal 6

Huisdieren.

In Nederland hebben veel gezinnen een huisdier. Vaak is dat een hond of een kat, een konijn of een cavia. Kinderen zijn dol op huisdieren. Ze spelen er graag mee. Voor kinderen is een huisdier een echte vriend.

Vragen:

  1. Welke bomen staan er in het park?

Eiken en beuken (Er staan eiken en beuken in het park.)

  1. Welke huisdieren hebben Nederlanders vaak?

Hond, kat, konijn of cavia. (Nederlanders hebben vaak een hond, kat, konijn of cavia als huisdier.)

2. Wonen er dieren in het park?

Ja. (Ja, er wonen veel vogels en twee eekhoorntjes.)

2. Wat doen kinderen graag met de huisdieren?

Spelen. (Kinderen spelen graag met de huisdieren.)

3. Waarom staan er bankjes in het park?

Om te zitten en praten. (Er staan bankjes in het park om te kunnen zitten en praten.)