Tekst 2

Mijn man maakt vandaag voor mij een salade. Dit is zijn recept. Hij wast de sla en hij doet de sla in een bak. Daarna snijdt hij tomaten en een komkommer in stukjes met een groot mes. Hij doet de tomaten en de komkommer ook in de bak. Dan doet hij er stukjes paprika en een gekookt ei bij. Als alles in de bak zit, doet hij zout, peper, azijn en olie bij de sla. De salade is klaar. Ik kan eten. Lekker!

Lees altijd eerst de vraag. Zoek bij elke vraag het goede antwoord.


3) Wat maakt mijn man vandaag?

a. Tomaten en komkommer.

b. Tomaten, komkommer, ei en paprika.

c. Salade.

d. Een bak met zout, peper, azijn en olie.


4) Waar doet hij de sla in?

a. Recept.

b. Stukjes.

c. Bak.