Oefening 25
|
Oefening 26
|
Oefening 27 |
praten zwijgen
praten, spreken, zeggen horen, luisteren
precies ongeveer
prettig onprettig
raak mis
recht krom
recht schuin
rechts links
rond vierkant
rond recht
|
rustig druk
Ruw glad
samen alleen
schaars overvloedig
Scheef recht
scherp bot
schoon vuil
schoon vies, vuil, smerig
schuldig onschuldig
slagen zakken
|
slap stijf
slapen wakker zijn
slapen wakker
slim dom
slordig netjes
smakelijk onsmakelijk
smal breed
Snel traag
Snel langzaam
Somber vrolijk
|
Oefening 28 |
Oefening 29 |
Oefening 30 |
sommige, een paar alle
soms altijd
staan zitten
staan liggen
sterk slap
sterk zwak
stijgen dalen
stoppen doorgaan
stout lief
strafbaar toegestaan
|
strak los
succes mislukking
tam wild
toekomst verleden
traag snel
trouwen scheiden
uit in
uitdoen aandoen
uitgang ingang
vaak soms
|
vader moeder
Vals eerlijk
van naar
vandaag morgen
vast los
veel weinig, een beetje
veilig onveilig
ver vlakbij
ver (weg) dichtbij
Verboden toegestaan
|
Mocht je de geluidfragmenten niet horen, probeer deze oefeningen dan op https://www.studeersite.nl/tegenstellingen.html |
|