t01-06

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

aan uit

aandoen uitdoen

aangenaam onaangenaam

aankleden uitkleden

aanwezig afwezig

aardig vervelend

aardig onaardig

achter voor

achterin voorin

achternaam voornaam

actief passief

afgelopen zaterdag aanstaande zaterdag

alle geen

alleen allebei

alleen samen

alles niets

altijd nooit

andere dezelfde

arm rijk

arm been

bang dapper

begin eind, afgelopen, klaar

begin einde

beginnen stoppen

bekend onbekend

bekennen ontkennen

belangrijk onbelangrijk, niet belangrijk

beleefd onbeleefd

beter slechter

bewust onbewust

Oefening 4

Oefening 5

Oefening 6

bezig klaar

bijna helemaal

bijzonder gewoon

binnen buiten

binnenkant buitenkant

binnenland buitenland

blij verdrietig

blij droevig

bol hol

boos blij

boos blij

bot scherp

boven onder

boven beneden

branden blussen

breed smal

brengen halen, ophalen

broer zus

buiten binnen

daarna daarvoor

dag nacht

dames heren

dapper laf

dat klopt dat klopt niet

delen vermenigvuldigen

deze die

dicht open

dichtbij veraf

diep ondiep

dik mager

dik dun